In december-januari wordt de wintersnoei van de druiven uitgevoerd. Op de bovenste foto zie je de lange roodbruine vruchtdagen van het vorig seizoen. Deze worden teruggesnoeid op 2 ogen (is ongeveer 5 cm). Uit die 2 ogen komen eind maart nieuwe scheuten. Daarvan houden we de sterkste over en breken we de andere weg.
Meteen worden ook alle kleine takjes en uitsteeksel die op de gesteltakken groeien tot op de stam ingesnoeid. Hier is gekozen om met 2 horizontale gesteltakken (= hoofdtakken naar links en rechts) te werken waarbij we de vruchttakken verticaal laten groeien.
Als de snoei goed gebeurd is, lijkt het vaak alsof je te drastisch was. Niets is minder waar: als er te veel ogen blijven staan, zal de druivelaar zoveel takken ontwikkelen dat het moeilijk wordt om hem in toom te houden en een overzichtelijke struik te vormen.
Als afwerking heb ik ze halfverteerde paardenmest met stro gegeven. Dit moet ik nog goed begieten zodat de voedingsstoffen goed de grond intrekken.
ik kweek wat winterharde druiven (Glorie van Boskoop) op staande snoeren met 2 takken van ong 3 meter hoog, bijna elk jaar meer opbrengst dan ik (en de merels) opkunnen. Bij mij grootvader was een serre met “Leopolds) heb hier heel fijne jeugdherinneringen aan, bij het krenten stiekem wat meer halfrijpe druiven pikken, heel leuke hobby.
De Boskoops heb ik ook gehad maar weer weggedaan, wegens kleine besjes en veel vogels. Op zich wel zeer lekker. Ik vind het een uitdaging om de “moeilijke” Belgische soorten te proberen, iets waar we als Belgen ook wel trots mogen op zijn.