Ik probeer vooral de typisch Belgische kasdruiven te kweken. Hieronder vindt u het assortiment waar ik reeds heb van kunnen oogsten:
– Baidor: één van de makkelijkste witte druiven, kan zelfs in een folieserre maar moet beschermd worden tegen het verbranden op het moment van pitvorming
– Frankenthaler: één van de makkelijkste blauwe druiven, reeds in de 18de eeuw in onze contreien gekweekt, heeft relatief weinig warmte nodig
– Muscat: één van de lekkerste witte druiven, smaakt naar muskaat, gevoelig voor verbranden
– Royal: één van de meest gekweekte blauwe druif, in een gewone glazen serre zonder veel problemen
Daarnaast heb ik ook nog:
– Red Globe: rode druiven die op zich makkelijk kweken in folieserre, doch bij mijn eerste oogst hadden de weliswaar grote bessen, een dikke pel
– Ruby: pitloze rode druiven, enorme trossen met kleine bessen, maar veel last van lamsteligheid
Vanaf 2013 probeer ik mijn geluk ook met de moeilijkste der Belgische druiven:
– Leopold III: dé moeilijkste blauwe druif omdat de bessen zo groot worden en dus makkelijk barsten en ook moeilijker kleuren:, heeft vele en gelijkmatige warmte nodig
– Canon Hall: dé moeilijkste witte druif omdat de bessen heel groot worden, vraagt veel warmte en bescherming tegen het verbranden
waarom probeer je de druif theresa niet eens,deze zou trossen tot 4 kilogram dragen
ook katharina en georg zouden het goed doen in de kas,en ze zijn alle 3 resistent tegen ziekten
Ik heb al vele soorten geprobeerd. Deze die je aanhaalt heeft “de fruitberg” me ook al aangeraden. Als ik die soorten zie koop ik ze en laat ik via de blog weten wat er van gekomen is. Ondertussen heb ik de variëteit “Sophie” gekocht.
beste,
Proficiat met je aankoop. Toch is het m.i. beter om eerder modernere rassen te telen dan deze die Kristof voorstelt. Er zijn gedurende de laatste tien jaren zeer interessante rassen ontwikkeld. Voordelen zijn: ziekteresistentie, goede smaak, weinig pitten, en (meestal) geen noodzaak te moeten krenten (zeer tijdrovend…). Sophie is trouwens zo één van die druivelaars. Praktisch is ook – alleszins bij de tafeldruif – een grote oogstspreiding, dus met zeer vroege variëteiten, vroege, midden en late. Dan heb je druiven van begin juni tot in november.
Het kan inderdaad met minder werk. Toch vind ik de Belgische rassen qua smaak nog altijd superieur. Ik heb trouwens een druivelaar Sophie gekocht zodat ik binnenkort eens de vergelijking kan maken.
het is leuk wanneer je de mogelijkheid hebt om div soorten aan te kopen en uit te testen; vorig jaar heb ik per toeval een adres ontdekt in Oost-Europa waar ze op aanvraag resistente soorten druivelaars kweken (ook de bekende PIWI-soorten) en heb er 15 soorten rose-druivelaars gekocht die zich in Polen, Estland, Oekraine en zelfs Wit-Rusland handhaven tot -30°C.
Ditjaar zijn ze gegroeid tot 1.5 -2.0 m hoog en hier en daar zelfs kleine trosjes met aangename smaak gevonden; kijk echt naar volgend jaar uit ondanks mijn sceptisisme wat betreft bedenking rond klimaatverschil. wordt vervolgd …
je kunt ze kopen in solheide brusselse baan overijse