Een maand geleden zijn de laatste druiven gekrent. Alle kleine en overtollige besjes zijn eruit gehaald.
In juli en augustus ontwikkelen de bessen pitten. Dat is het moment waarop er gemakkelijk verbranding van de bessen optreedt. Vooral de witte druiven als Muskaat van Alexandrië zijn er gevoelig voor, net als de Leopold III. De bessen vertonen dan paarsbruine vlekken, zullen verschrompelen en uiteindelijk afvallen. Met pijn in het hart moeten deze bessen dan uit de mooi gevormde trossen geknipt.
Als er voldoende loof is dat de trossen beschaduwt zal er niet snel verbranding optreden. Zoniet moet je zelf zorgen voor bescherming tegen de sterke zon. Een makkelijke manier is om de serre te witten: kalk oplossen in warm water waarmee je het glas insmeert of op het glas vernevelt. Zo krijg je in de serre een gedempt diffuus licht. Oploskalk is eenvoudig in een tuincentrum te verkrijgen en kost maximum 2 EUR/kg.
Eens de bessen beginnen afrijpen (eind augustus) mag deze fijne kalklaag van het glas gewassen worden. De zon is dan nodig om de trossen mooi te laten afrijpen. Meer nog op dat moment mogen de bladeren rond de tros weggenomen worden zodat de tros maximaal bezond is voor een mooie gekleurde en zoete tros.
Nog een blijvend werkje is de zomersnoei waarbij nieuwe scheuten worden weggenomen. Net zoals bij tomaten nijp je de dieven uit de okselscheuten weg, of laat je maximaal één blad van deze scheut staan. Zo hou je de groei onder controle.
Vanaf midden september kan ik beginnen met oogsten. En daar doen we het uiteindelijk voor!